
Flesjes met warm en koud water (Wet van Regnault)
[Gaswetten]
Flesjes met warm en koud water (Wet van Regnault)
[Gaswetten]
Benodigdheden:
Twee petflesjes van dezelfde grootte, water, een verwarmingstoestel (zoals een waterkoker), iets om gaatjes mee te maken in de doppen van de flesjes en iets om water mee op te vangen (zoals een bak).
Voorbereiding:
Maak een klein gaatje in elke dop. Warm een beetje water op. (Let op: maak het niet te warm, zodat het plastic niet smelt!)
Uitvoering:
Vul een flesje met kraantjeswater en een flesje met verwarmd water.
a) Houd het flesje met het koude water omgekeerd. Wat gebeurt er?
b) Houd het flesje met het warme water omgekeerd. Wat gebeurt er?
Waarneming:
a) Het water stroomt niet door het gaatje in de dop.
b) Af en toe stijgt er een luchtbel op in het water in de fles.
Verklaring:
a) Het water in de fles heeft de kamertemperatuur, net zoals de lucht boven het wateroppervlak. De temperatuur van de lucht verandert ook niet. Bij het warme flesje is dit wel het geval.
b) Het water in de fles is warmer dan de omgeving, net zoals de lucht. De lucht in de fles zal dus langzaam afkoelen. Volgens de wet van Regnault zal de druk van die lucht dus dalen. De luchtdruk buiten de fles is dan hoger dan in de fles. Er zullen dus luchtbellen in de fles worden geduwd.
Bron:
Walravens, P. Zavo physics: 50 experimenten in woord en beeld om zelf te maken.
Experiment 293: Denkvraag gaswetten
p46
